DE ARTILLERIE INRICHTINGEN VAN 1679 TOT 1925 deel 1 van 11.

DE ARTILLERIE INRICHTINGEN VAN 1679 TOT 1925 deel 1 van 11.

De voorgeschiedenis.

Op 15 mei 1648 kwam er een einde aan de 80 jarige oorlog tussen Spanje en de opstandelingen in de Republiek der Zeven verenigde Nederlanden. Er werd door beide partijen een verdrag getekend en hierbij werd de republiek als soevereine staat erkend. Dit verdrag ging de geschiedenis in als de Vrede van Munster.

 

(Gerard Terborch. 1648)
De beëdiging van het verdrag door de Spaanse en Nederlandse onderhandelaars, de zes onderhandelaars met opgeheven vingers. V.l.n.r. Willem Ripperda, Frans van Donia, Adrian Clant tot Stedum, Adrean Pauw, Jan van Mathenesse en Barthold van Gent.

 

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tijdens de vrede van Munster.

Na dit verdrag heeft de Republiek niet lang rust gekend. Zij voerde oorlog met Engeland en Zweden en tenslotte brak in het rampjaar 1672 de Hollandse oorlog uit. De republiek werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen van Munster en Keulen. Het volk was redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos.

Met Engeland had men al in 1671 afgerekend, maar de Franse troepen, onder Luxemburg, bleven in ons land ten oosten van de waterlinie. In de ijsperioden zagen zij zelfs kans het water te overschrijden! Lodewijk de XIVe (de Zonnekoning) heeft uiteindelijk de poging om Nederland in te palmen opgegeven.

Lodewijk XIV (de Zonnekoning)

Op 10 augustus 1678 werd te Nijmegen een vredesverdrag getekend tussen de Republiek en Frankrijk. Doordat Frankrijk en de Republiek vrede sloten zagen ook Spanje en de Duitse keizer zich verplicht de Franse macht te erkennen. Na nog wat onderlinge verdragen sloot op 2 oktober 1679 Zweden de rij en tekende het vredesverdrag met de Republiek. Al deze verdragen staan samen bekend als “De vrede van Nijmegen” en waren een volkomen succes voor de Nederlandse diplomaten. Maar de verliezen van onze land- en zeemacht waren zeer groot geweest, niet zozeer aan manschappen dan wel aan artillerie. Kanonnen waren er in die dagen heel veel nodig.

Het moderne geschut (1879) is technisch zo goed als volmaakt, vrijwel elk schot is een treffer. Ook is de trefkans is met grote nauwkeurigheid te berekenen.

In de 17e eeuw was dat anders. De kanonnen konden niet al te veel op en neer bewegen, van manoeuvreren naar rechts en links was al helemaal geen sprake. De trefkansen waren dan ook uiterst gering. Daar kwam nog bij dat de ouderwetse kogels heel wat „milder” in hun uitwerking waren dan de moderne (1879) brisantgranaten en granaatkartetsen. Kanonnen waren in de dagen van de Koning-Stadhouder (Willem III van Oranje) en van onze nationale zeeheld Admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruyter eigenlijk vrij ongevaarlijk. Maar enige trefkans hadden zij toch wel en als er maar genoeg kanonnen waren, was een vuurgevecht in die dagen niet helemaal ongevaarlijk. Het grote aantal moest vergoeden wat er aan trefkans te kort was. De vloot, waarmee Admiraal de Ruyter naar Chatham voer had totaal 3330 kanonnen.

Scheepskanon uit 1645 vervaardigd door de geelgieter Cornelis Jansz Ouderogge en de bronsgieter Dirk Jansz Ouderogge.

Na de vrede van Nijmegen was er in de republiek een groot gebrek aan kanonnen en meer nog aan affuiten (het onderstel van een kanon). De voorziening in het tekort aan artilleriemateriaal was niet al te goed georganiseerd Er waren in de republiek veertien geschutgieterijen, verdeeld over de provinciën en Hare Hoogmogende Heren¹ betrokken veel uit het buitenland. In het type was dan ook een zeer grote verscheidenheid.

Div. kanonnen, affuiten en munitie.

¹ De Staten-Generaal was de federale regering (soevereiniteit) van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1579-1795). Deze Republiek was de op 21 januari 1579 bij de Unie van Utrecht ontstane statenbond van zeven soevereine provinciën (gewesten), te weten Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Groningen. Groningen (Stad en Ommelanden) trad overigens pas in 1594 toe tot de Staten-Generaal. De Staten-Generaal was een collectief, ‘bovennationaal’ bestuur bestaande uit zeven stemhebbende leden, dat besluiten nam over zaken die de gehele statenbond aangingen. De gedeputeerden hadden als college de titel ‘Hare Hoogmogende Heren’. ©PDKAIH2017

 

 

Plaats een reactie