DE ARTILLERIE INRICHTINGEN VAN 1679 TOT 1925 deel 5 van 11.

DE ARTILLERIE INRICHTINGEN VAN 1679 TOT 1925 deel 5 van 11.

Viering van het 200 jarig bestaan

In 1879 wilde men in Delft het 200 jarig bestaan van de Artillerie Inrichtingen die inmiddels uit de affuitmakerij was ontstaan, vieren op 5 augustus de datum van bekendmaking van de resolutie. Maar juist in die tijd overleed de Prins van Oranje¹. Om die reden werden de feestelijkheden uitgesteld naar 22 november, de datum van de aanbesteding. Sindsdien gebruikt men deze datum voor de verjaardagen van het bedrijf.

deel 5 0

Willem van Oranje

¹ 6 Op 11 juni 1879 stierf prins Willem, 38 jaar oud, te Parijs aan een combinatie van tyfus, een leveraandoening en uitputting. Hij werd bijgezet in de grafkelder van Oranje Nassau in de Nieuwe kerk te Delft op 26 juni 1879. Zijn jongere broer Alexander volgde hem op als Prins van Oranje.

Voor dit feest werden bij kabinetsrescript van 31 juli 1879, nr. 13, goedgekeurd door Zijne Majesteit de Koning, voor een reünie diner uitgenodigd, alle oud officieren en officieren die ooit werkzaam waren geweest in één van de werkplaatsen van de Artillerie Inrichtingen te Delft. Als zij hieraan wilden deelnemen moesten zij zich voor 1 november melden bij de secretaris van de feestcommissie onder vermelding van de inrichting en het tijdvak waarin zij werkzaam waren geweest. Tevens moest er een bedrag betaald worden van hfl 5,- zijnde de kosten voor het couvert exclusief de wijn.

feestcommissie bestond uit de volgende personen:

Kolonel P.H.A.J. de Booy, ere voorzitter

Kapitein P.W. Pfeiffer, voorzitter De

Kapitein W.B. Westhoff, penningmeester

F.W. Braat, industrieel

G.J. Leeuwenberg, handelaar

Kapitein W. de Man

Mr. W.K.S. Van der Mandele, lid van de gemeenteraad

1e Luitenant S.L. van Nooten

1e Luitenant H.J. Ter Spill

1e Luitenant Jhr. E.M. van Belima, secretaris.

deel 5 1

Het reünie diner

Het feestelijkheden werden op 22 november, ‘s middags om 1 uur geopend met volksspelen op de Groote Markt. Het geheel werd opgeluisterd met muziek van het 3e regiment huzaren uit ’s Gravenhage. Een uur voor de opening speelde het klokkenspel en in de hele stad hingen de vlaggen uit. Iedereen was naar de Groote Markt gekomen. De woensdag ervoor had in Den Doele de eerste van vier grote toneelvoorstellingen plaats gevolgd door een concert en een goochelvoorstelling voor de kinderen door de hr. Bamberg. Het opgevoerde blijspel “de oude kleerkoop of een vriend in nood” viel bij het publiek en de smaak. Dit bleek uit de staande ovaties en het terugroepen van de acteurs. Onder leiding van de Luitenant van de artillerie, Jhr. Van der Does was in de concertzaal een wapentropee met daarboven het borstbeeld van de Koning opgericht. Door de maatregelen van de feestcommissie en dhr. Gaarland (pachter van de Doele) verliep ook het buffet, ondanks de vele aanwezigen geheel naar wens. Aan het gebouw van de Doele was in plaats van de gewone lantaarn een fraaie gasilluminatie aangebracht.

deel 5 2

Trompetterkorps 3e regiment huzaren uit ’s Gravenhage (Rode Huzaren) A.M. Luijt

De volgende dag vertrok om 10 uur in de ochtend het personeel van de ijzergieterij en de patroonfabriek, vooraf gegaan door muziek, door de stad, naar de Constructiewerkplaatsen. Tijdens deze tocht sloot het personeel van de Stapel en Constructiemagazijnen zich bij deze stoet aan. Bij de werkplaatsen aangekomen voegde ook het personeel van de pyrotechnische werkplaatsen zich bij dit gezelschap. Iedere afdeling werklieden voerde haar eigen vaandel met zich mee. Het was een aardig schouwspel om deze 900 mannen opgesteld te zien langs de open binnenplaats van de Constructiewerkplaatsen. De binnenplaats was toepasselijk versierd met krijgstrofeeën, borstbeelden en wapenschilden. In het midden van de binnenplaats was een podium ingericht voor de oude Grootmeester der Artillerie, die deze plechtigheid met zijn aanwezigheid zou opluisteren, Zijn Koninklijke Hoogheid Prins Frederik.

deel 5 3

Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik

Om half één kwam de bejaarde Prins, vergezelde door zijn staf, per rijtuig uit de Residentie. Na de werklieden te hebben geïnspecteerd en de verschillende reünisten, bestaande uit officieren die vroeger werkzaam waren bij de inrichtingen, de militaire autoriteiten enz. te hebben begroet, nam de Prins plaats op het voor hem gebouwde podium. Omgeven door schitterend uitgedoste stafofficieren, de stedelijke autoriteiten, de schutterij enz. stond de Prins daar met voor zich de brede schare aan werklieden.

deel 5 4

Personeel van de Constructiewerkplaatsen tijdens het 200 jarig bestaan

Toen beklom de Kolonel Directeur der Artillerie Inrichtingen P.H.J.A. de Booij een daarvoor ingericht spreekgestoelte om zijn feestrede uit te spreken. Allereerst noemde hij de aanwezigheid van de Prins een kroon op het feest. Hij bedankte de Vorst voor zijn voortdurende belangstelling voor het artillerie wapen en dankte daarna alle aanwezige autoriteiten.

Zijne Majesteit de Koning en de Kroonprins hadden beiden hun leedwezen betuigd dat zij verhinderd waren en daardoor niet bij de feestelijkheden aanwezig konden zijn. Om de aanleiding voor de feestelijkheden te duiden, gaf de spreker een schets van de historie van de Inrichtingen. Vervolgens vertelde de spreker over de welwillende beschikking van de Minister van Oorlog om een, ter herinnering aan dit feest, herdenkingspenning uit te geven. Een gouden exemplaar voor de Koning, een zilveren exemplaar voor de Kroonprins van Oranje, voor Prins Frederik, de stad Delft en aan de vroegere en huidige Hoofdofficieren van de inrichtingen. De huidige officieren, de werklieden en de raadsleden van de stad ontvangen ieder een exemplaar in brons.

De penning werd ontworpen door de heer van Bruggen, 1e tekenaar van de constructiewerkplaats. Hij stelt aan de ene zijde de werkplaatsen voor gezien in vogelvlucht, en de jaartallen 1679 – 1879 en het randschrift affuitmakerij en constructiewerkplaatsen. Aan de andere zijde de datum van 1879 in een lauwerkrans en het randschrift 200 jarig bestaan van ’s rijks artillerie-inrichtingen.

Aan het slot van zijn rede wees de spreker op de grote betekenis van deze werkplaatsen vergeleken met wat er op dit gebied in het buitenland bestaat. Vervolgens dankte hij de Vorstelijke Grootmeester der Artillerie voor zijn aanwezigheid en zijn, zoals meermaals ondervonden, belangstelling voor de inrichtingen. Met een juichkreet ter ere van de Prins, welke een luide en herhaalde weerklank vond in de menigte, sloot de spreker zijn rede.

Prins Frederik nam nu het woord, hij bedankte kolonel de Booy voor de grote diensten door hem als chef aan deze werkplaatsen bewezen. De Prins herinnerde zich dat hij deze werkplaatsen al 62 jaar kent. Ofschoon hij vroeger beter volgde wat hier gebeurde, durfde hij toch te verzekeren, dat al is de inrichting niet zo uitgebreid als de buitenlandse, haar wetenschappelijke waarde word in den vreemde niet overtroffen. Tenslotte gaf hij aan de officieren en medewerkers te kennen dat het zijn wens was de verschillende vakken van de artillerie vervaardiging tot een dergelijke hoogte op te voeren dat de vreemdeling bevreesd moest zijn met de Nederlandse kanonnen in aanraking te komen. Een oorverdovend hoera en “leve de Prins” was het antwoord op deze woorden.

deel 5 5

Personeel van de Geweerwinkel tijdens het 200 jarig bestaan

Hierna ging kolonel de Booy over tot het uitreiken van de medailles. Eerst aan de Prins en vervolgens aan de nestor van de Nederlandse artilleristen de Generaal van Meurs en de stad Delft. In naam van de Delftse burgerij sprak de burgemeester een welgemeend woord van sympathie voor het feest en het langdurige bestaan van de inrichting. Hij hoopte dat deze medaille een gedenkstuk zou worden even belangrijk voor de nazaat als nu voor de tijdgenoot en de burgerij van Delft.

Tenslotte nam de Prins weer het woord om het dagelijks bestuur en de raad van Delft zijn leedwezen te betuigen, dat hij helaas niet in de gelegenheid was om aan de aan hem aangeboden lunch in het stadhuis deel te nemen.

De voor en achterzijde van de bronzen herdenkingsmunt

Hiermee was de openbare plechtigheid afgelopen en werd in de versierde bibliotheek van de constructiewerkplaatsen, waar de Prins nog enige tijd vertoefde een korte audiëntie door hem gehouden. Bij herhaling en hartelijk bedankte de Prins de feestcommissie uit de burgerij voor hun medewerking en zorg aan deze feestelijkheden. Ruim anderhalf uur duurde de plechtigheid, welke ondanks het vinnig koude weer, door de Prins al die tijd werd bijgewoond in de open lucht.

Later in de middag was er op de Groote Markt een openbaar concert. De reünisten gingen door met feestvieren en namen ’s avonds deel aan het gastmaal. Dit terwijl de werkplaatsen en verschillende plaatsen in de stad elektrisch of met lichtbeelden verlicht waren. Het 200-jarig bestaan van de werkplaatsen werd dus met grote feestelijkheden in november 1879 te Delft gevierd. Het hele stadje leefde met de Artillerie Inrichtingen mee. Misschien zou het feest minder opgewekt zijn geweest als men geweten had wat er nog geen twintig jaar later zou gebeuren. ©PDKAIH2017

 

Plaats een reactie