MAN DIE SJEF SWOLFS ARRESTEERDE VOOR DE RECHTER.

MAN DIE SJEF SWOLFS ARRESTEERDE VOOR DE RECHTER.

In het Dagblad voor de Zaanstreek “De Typhoon” van Zaterdag 19 Februari 1949 verscheen het volgende artikel over de man die Sjef Swolfs, laborant van de Artillerie Inrichtingen arresteerde. U heeft hier al eerder over kunnen lezen in het artikel  VOORMALIG LABORANT ARTILLERIE INRICHTINGEN GEFUSILEERD.

 

Bijzonder Gerechtshof Amsterdam

 

RECHTZAAK KUITERS: De man die steeds huilde.

 Toen parketwachter Zwart, die al honderden lichte en zware politieke delinquenten in en uit de beklaagdenbank van het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam bracht, gistermorgen uit zijn bed stapte, vroeg zijn vrouw of hij een vrije dag had. Want hij kleedde zich in colbert. Geen uniformbroek, geen glimmend zwarte laarzen, geen blauwe jas, zelfs geen uniformpet en die staat hem toch zo goed. Toen zei de parketwacht: „Vandaag geen uniform, vrouw, want Kuiters komt voor!” En toen vertelde hij wat er met die Kuiters, die in Zaandam Swolfs arresteerde en radiotoestellen in de Noritfabriek opspoorde aan de hand was. Voor de oorlog was die man een eerzaam garagehouder in Amsterdam, in de oorlog deed hij erg zijn best voor de Duitsers en nu, nu is hij ondergebracht in een zwakzinnigen gesticht in Avereest, kan hij geen uniform meer zien. Dan gaat ie huilen, dan begint hij mensen de armen te breken, dan is hij in staat van twee hoog door een venster op straat te stappen. Als hij een joch in matrozenpak ziet, krijgt hij er wat van, politiemannen en postboden gaat hij blindelings opzij. Dat is erg. Hij zag in de oorlog teveel uniformen, hij heeft zich er bijna aan verkeken, maar nu is ’t uit. En omdat de president van het Hof de zaken rustig wil uitzoeken, besloot hij op medisch advies tot de maatregel: uniform thuis, want je kunt nooit weten… 

HIJ KON NIET TEGEN UNIFORMEN  

Het was een vreemd gezicht gistermorgen. Er was geen onderscheid meer. Een uniform doet tenslotte iets. Nu zaten daar gewone mannen. Zelfs was niet na te zien, dat die naast en achter Kuiters zaten, wachten of verplegers waren. Duizenden waren reeds in de houten verdachtenbank neergezet, maar Gerardus Kuipers genoot de eer de eerste te zijn bij wiens zaak géén uniformen aanwezig waren. Ja toch! Een van de raadsheren droeg een marine uniform, maar deze raadsheer viel niet op. Hij zegt nooit een woord. Het is dus mogelijk, dat Kuiters dat blauwe uniform en die knopen niet heeft gezien. Uit een dergelijk vooroordeel, geheel tegenovergesteld aan de gevoelens, die dames voor uniformen hebben en hebben gehad, kan de lezer afleiden, dat er aan Gerardus Kuipers een steek los is. De procureur – fiscaal en de president hebben het zelf gezegd en zo te zien klopt die overweging ook wel. Want Kuiters is (nu) een vreemd persoon. Hij kwam binnen met de rechterarm in een doek zo groot als een laken en zijn linker pols zat ook al in het verband. Hij heeft meer dan eens neigingen zijn polsen over glas of staal te halen. En gezien die lappen is hem dat kort geleden gelukt. Dan verbergt hij een deel van zijn gezicht achter een bruine sik. Hij ziet er nu uit als Mephisto, de afgezant van de duivel. Dat was hij zonder sik in oorlogstijd. Af en toe begon gistermorgen zijn neus rood aan te lopen en dan wisten we ’t al: ,,Daar komen de Waterlanders”. En die kwamen. Dan klopten parketwachters of verplegers, (er was geen onderscheid) hem op de rug en dan werd Mephisto rustig. Minder met verantwoordelijkheid belaste heren als de leden van het Hof noemden hem een simulant. Een man, die nu de zenuwlijder speelt, maar die in oorlogstijd dingen aan de hand haalde waar een man, die niet met verband liep, twintig jaar voor zou hebben gehad. Hij kwam eraf met een straftijd gelijk aan zijn voorarrest. Verder werd hij ter beschikking gesteld van de regering. Hij werd, toen hij dat vernam, plotseling zeer helder, want met zijn sik in de hoogte vroeg hij wanneer hij dan uit dat gesticht mocht. Als hij over, laten we zeggen een jaar, dat verblijf daar wel welletjes vindt, geen polsen meer doorsnijdt, geen ruiten meer ingooit, dan zal hij misschien normaal worden. Want bepaald krankzinnig was hij niet. Toen een getuige het woord van hem overnam, zei hij scherp: ,,Hé, wie heeft hier het woord, jij of ik?” Hij rolde even uit zijn rol. Hij eindigde met een huilbui. Vanwege het effect. Buiten op de Herengracht, waar de lente in de bomen hing, zei een Amsterdammer, die een vrije dag genomen had om de zitting bij te wonen: ,,Hij het se eige d’r fanuit gedraoid”. Wij dachten er allemaal zo over. Dat dachten de Zaandamse pontwachters ook. ,,In de oorlog, toen wij werden weggehaald, was ie normaal”. 

BIJZONDER GERECHTSHOF: Savi liep zomaar een beetje mee.

Het gebeurd slechts bij hoge uitzondering, dat de president van het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam bijna onmiddellijk na de eis uitspraak doet. Dat gebeurde gistermiddag tien minuten over vier. Mr.M.H.Gelinck, procureur – fiscaal bij het Hof eiste tegen Gerardus Kuiters, Amsterdammer, 32 jaar oud, zes jaar gevangenis met aftrek van voorarrest en terbeschikkingstelling aan de regering voor het leven. Mr. E.H.F.W. Schaeck Mathon, uitspraak doende, stelde het vonnis vast op drie jaar en acht maanden (gelijk aan het voorarrest) en terbeschikkingstelling aan de regering. Kuiters was ten laste gelegd dat hij als handlanger van de Sicherheidspolizei J. (Sjef) Swolfs en diens echtgenote had gearresteerd, welke daad de dood van Swolfs ten gevolge had gehad. Verder werd hij schuldig bevonden aan het arresteren van zes leden van het personeel van de Hembrugpont, van de heer A. Bicker, opzichter van de Noritfabriek en van de heer J.A. Manus van der Jagt, boekhouder van deze fabriek. Allen wegens het verbergen van radiotoestellen. Ten derde wegens het arresteren, de dood ten gevolge hebbend, van de Amsterdammer F.J.Koppers.

 DE ARRESTATIE VAN SWOLFS

 ,,Gaat u maar rustig zitten” zei de president, toen Kuiters, in lappen gewonden, met grote staarogen binnen kwam. ,,Kalm aan, rustig blijven”. Het klonk vriendelijk, zoals wij dat trouwens van alle presidenten gewoon zijn. Kuiters begon direct al te huilen. Iedereen keek bezorgd. ,,Ik heb het gedaan” snikte hij. Twee mannen ondersteunden hem. Het lange haar viel hem achter de oren. ,,U bent al sedert Juli 1945 gedetineerd hé?” ,,Door de Duitsers”. ,,Nee dat was in 1944. Toen werd u door de Duitsers gearresteerd”. Kuiters had in dat jaar een dame, die op het Muntplein in Amsterdam liep, van haar tas beroofd. Dan komt zijn verhaal. In 1943 was hij naar een zekere Jo Ros gegaan, die werkzaam was bij de S.D., en die had hij aangeboden werk te doen. De S.D. had reeds enige Zaandamse illegale werkers gegrepen, doch J. Swolfs bleef onvindbaar. Ros gaf Kuiters opdracht naar Zaandam te gaan om drank te kopen bij Swolfs. En Kuiters ging. De eerste keer was Swolfs niet thuis. Veertien dagen later kwam hij weer. Toen was Swolfs wel thuis. Kuiters gaf voor onderduiker te zijn en wist Swolfs en zijn vrouw zover te krijgen, dat zij hem een nacht zouden onderbrengen in hotel Reitsma. Voor ,,Flora in de Westzijde trok Kuiters toen een revolver. Hij vervoerde beide vervolgens naar het politiebureau. Met Kuiters was ook zijn vriend Savi meegekomen en deze Savi zat tot aller verbazing niet in de verdachtenbank maar in die voor getuigen. Beide leverden Swolfs en echtgenote af aan Ragut en Tonny Jansen. Als eerste getuige kwam mevr. de wed. K. Swolfs de Boer. De enige vrouw in dit gezelschap. De president stelde het door Swolfs verrichte illegale werk vast. Hij vroeg de getuige ook waar de drank, aan Kuiters verkocht, voor diende. Getuige wist dat niet. Zij was, toen bleek welke rol Kuiters bij het politiebureau speelde, flauw gevallen. Politiechauffeur Van der Hoeven zat aan het stuur, toen het echtpaar Swolfs naar Amsterdam werd overgebracht. In de woning van Kuiters werd wat voedsel verstrekt. Getuige ,,Er was daar in dat huis een feestje.” Verdachte: ,,Er was geen feestje. M’n vrouw lag te bed. Misschien is mijn vrouw hier wel aanwezig.” Zoekend keek hij om naar de publieke tribune. Er was geen mevrouw Kuiters.De volgende getuige was criminal – secretar Ruhl. Nog steeds in het groene Duitse uniform. Waar Kuiters niet van schrok. Met zijn rozige handen op de rug keek Ruhl met zijn grote bruine ogen naar de president. Deze Ruhl spreekt met de vlotheid van een man, voor wie het afleggen van getuigenissen dagelijks werk is geworden. Als de president hem vraagt wat de S.D. in deze zaak heeft verricht, rukt hij met de schouders. Hij kent de naam S.D. niet. Rechter: ,,Nou ja Sicherheidsdienst dan”. Weer een ruk met de schouders. Men begint hier en daar te lachen. Verontwaardigd draait Ruhl zich om. Diepe rimpels in het voorhoofd. Zijn grote ogen gericht op de lachers, zegt hij ,, Wat zit men daar nu toch te lachen”. Voor zover ik weet heeft deze man gezegd N.S.B. er en N.S.K.K.er te zijn”, aldus de Duitser, ,, en hij heeft aangeboden ons te helpen. Ik wist, dat er een communistische groep een aanslag had gepleegd op een transformatorhuis bij Bruynzeel. De springstof daarvoor was afkomstig uit de Artillerie Inrichtingen. Franciska de Munch (Johanna Franciska de Munch – Siffels) uit Zaandam had mij gezegd, dat Swolfs daar werkte en dat hij voor de springstof had gezorgd. Omdat Kuiters voor ons wilde werken, heb ik de opdracht gegeven, dat hij Swolfs zou opsporen. Swolfs was voortvluchtig: wat kon deze man doen? Overigens ken ik Kuiters ook niet. Ik zie hem vandaag voor ’t eerst’. Ik gaf de opdracht buiten hem om. 

WODKA GEDRONKEN MET GENERAAL 

 Toen kwam Kuiters uit de hoek. Zijn wenkbrauwen trok hij op zijn neus, toen hij zei: ,,Ha, hij kent me niet. Weet Ruhl dan niet, dat ik met hem in het huis van een generaal wodka heb gedronken? Dat mot ie toch weten!” Daarna kwam Viebahn. Breed en bleek. Ook een deskundige in het afleggen van verklaringen. Hij doet dat al vier jaren. Van hem wilde de president weten, of Kuiters werd uitgezonden om een clandestiene drankstokerij of om Swolfs te ontdekken. Dat wist Viebahn niet. Vervolgens kwam Tonny Jansen. Een beetje bleek stond hij in zijn winterjas voor de rechter. ,,Waar woont u?” ,, Ik ben momenteel gedetineerd.” Het klinkt een tikje timide. ,, Was u in ’t politiebureau, toen Swolfs met zijn vrouw door Kuiters werd binnengebracht?” ,,jawel met Ragut.” ,,Wat gaf hij voor te zijn?” ,,Van S.D.! Ik wist eigenlijk niet wat ik er mee aan moest”. Jansen wendde voor, dat hij het plan had gehad Swolfs te waarschuwen. Maar het was al te laat. Kuiters zei echter, dat Jansen met enige agenten het huis van Swolfs reeds had omsingeld, toen hij het eerste (vruchteloze) bezoek bracht. Dat Ragut en zijn mannen bang als kinderen waren voor de illegalen, bleek uit een opmerking van Kuiters, die zei vijf minuten met Swolfs voor het bureau te hebben gestaan. Niemand durfde open te doen. Om die deur open te krijgen had hij een schot in de lucht gegeven! Toen waren ze angstig naar buiten gekomen. In plaats van illegalen stond daar Kuiters met zijn arrestant en lag een vrouw flauw gevallen op straat. De volgende getuige zou H. de Vogel moeten zijn. Doch die is ziek. Daarom verscheen de 33 jarige Amsterdamse koopman F.J.M. Savi. De man is niet gedetineerd. Het is een raadsel. Waar Kuiters was, was Savi. ,, Ik kende Kuiters. Reisde met hem mee naar Zaandam om een motorzijspan te kopen en toen zei hij dat hij even naar kennissen toe moest. Later zag ik, dat wij in het politiebureau waren. ,, Oh “ zei de president ,, Kon u dat niet zien, misschien? Beetje idioot, vindt u niet? Enfin, u bent getuige, geen verdachte.” Na de arrestatie van Swolfs, die nimmer terug kwam, had hij meegeholpen aan het vervoeren van de pontwachters. ,, Toen we bij de Norit waren, vroeg ik aan Kuiters wat de bedoeling was,” ,, Wel een beetje laat hè?” Ook Jansen was daarbij. En van der Meij, agent van de Zaandamse politie. Jansen kwam nog even vertellen, dat hij rechercheur Pel had gewaarschuwd, dat Swolfs zou worden gearresteerd. Het werd een beetje verward.  

INVAL IN DE NORIT

 Vervolgens stapten we geheel over naar de opsporing van radiotoestellen in de Norit te Zaandam. Ragut had tot tweemaal toe een anoniem schrijven ontvangen, waarin duidelijk was aangegeven waar radiotoestellen stonden. De brieven had Kuiters niet gezien. Kuiters: ,, Ik ben toen naar een pontwachter met een rood hoofd gegaan en ik heb hem gezegd: ,, gooi die toestellen weg, want er zit een verrader onder jullie.” Opeens gaat hij weer huilen. ,, Wie was de verrader?” vraagt Mr. Gelinck. Getuige Bicker, opzichter van de Norit, die evenals zes pontwachters en de boekhouder, vijf maanden in Vught heeft gezeten, zei wel te vermoeden wie de brieven schreef. Jansen schijnt het te weten.” Maar Jansen was al naar de cel gebracht. Bij iedere volgende getuigenis werd de naam Savi gehoord. Savi, die witjes in de getuigenbank zat. Manus van der Jagt, boekhouder, zei: ,, Savi had de leiding.” Rechter: ,, Met een lange of een korte ei Savi, U liep er maar een beetje bij hè, U was vriend en zakenvriend. En U kwam daar zomaar. U was er dagenlang bij eigenaardig, als u er niets mee te maken had, hè.” Vervolgens de brede pontwachter Blom. Tevoren had zijn collega K. Schouten al getuigd. ,, Wie waren er bij u toen U huiszoeking kreeg?” ,, Savi, van der Meij, Kuiters. Toen wij naar de cel in Zaandam werden gebracht, trok Savi een revolver. Hij zei: ,,wie heeft ,,Weg met Hitler”  en ,, Alles sal regkom“ in de cel geschreven?“  ,,Hij zou ons wel krijgen, zei hij.“ ,,Toevallig“, vond de president sarcastisch. ,,Van zo’n man, die maar een beetje meeloopt.” En dan te weten dat Savi nooit werd veroordeeld! Hij zat rustig in de getuigenbank en Kuiters huilde weer eens een deuntje.Toen de president aan Kuiters vroeg aan welke pontwachter hij later had gezegd de naam van de anonieme brievenschrijver na de oorlog te willen meedelen, greep de verdachte naar zijn hoofd. ,,Ik weet ’t niet, ik zou, ik vermoed, ik kan ze niet uit elkaar houden. Er zijn er zoveel.” De president hield zich bij de zaak en zei slechts: ,,De instructie tegen Van Noord is geopend.” Toen de procureur – fiscaal zijn eis had uitgesproken, stond Kuiters op. Hij haalde een schrift tevoorschijn. Het viel op de grond. Papieren waaiden weg. Snikkend stond hij daar ,,Allemaal dankbetuigingen… meneer… allemaal.” Hij zakte in de bank weg en huilde minutenlang. ,,Kijk eens aan”, zei de president vriendelijk, ,,allemaal van mensen, die U hebt geholpen?” Als zo’n man huilt, is zachtheid geboden. ,,Het hof zal er zeker rekening mee houden!” “De raadsman, Mr. Zeegers, wees op de zeer moeilijke jeugd van zijn (Pro Deo) client. ,,Uw jeugd was niet prettig , hè Kuiters?”, vraagt de president. ,, Nee … meneer…” ,,Ik heb ’t gelezen.” Em dan fluisterend tot de raadsheer: ,,Ik zal er maar niet teveel van vertellen.” Mr. Gelinck vond het onderzoek in deze zaak tamelijk slecht. Hij wilde niet beweren, dat Kuiters Swolfs als illegaal werker had gearresteerd. Kuiters was gezonden om een clandestiene drankstokerij te vinden. En daarom nam hij Swolfs mee. Verminderde toerekeningsvatbaarheid achtte hij aanwezig.

R.O. Veldzicht Avereest

R.O. Veldzicht Avereest

De verdediger stelde nog vast dat Kuiters na een verblijf in zes krankzinnigengestichten in Avereest op z’n plaats was. Na de uitspraak stond Kuiters op. Hij mocht wat zeggen. ,, Als ze maar niet naar een krankzinnigengesticht brengen. Ik heb tweeduizend inspuitingen gehad. En wanneer mag ik uit het gesticht Avereest? Dan zakte het doek over dit drama. Savi stapte naar huis als vrij man. Nog!   

Bronnen: Dagblad de Typhoon, (c) foto’s onbekend en Historische vereniging Avereest. (c) PDKAIH2017

Gebruikte afkortingen :

  • SD Sicherheits Dienst
  • NSB Nationaal Socialistische Beweging
  • NSKK National Sozialistisches Kraftfahr Korps

Plaats een reactie