F.Q. DEN HOLLANDER TIJDENS DE BEZETTING VAN DE AI 1940.

F.Q. DEN HOLLANDER TIJDENS DE BEZETTING VAN DE AI 1940.

In 1938 functioneerde het Staatsbedrijf der Artillerie-Inrichtingen Hembrug slecht. In een poging het bedrijf op het gebied van wapenproductie voor de Nederlandse krijgsmacht geheel zelfstandig te maken vroeg de toenmalige minister van Oorlog, J.J.C. van Dijk aan F.Q. den Hollander (een topfunctionaris van de Staats Spoorwegen) de leiding van het bedrijf op zich te nemen. Deze protesteerde hevig maar werd zo onder druk gezet dat hij in augustus 1938 toch accepteerde. Hij werd benoemd tot adjunct-directeur en in januari 1940 kwam hij in die functie bij het bedrijf. Veel tijd om te reorganiseren had hij niet. Vier maanden later vielen de Duitsers ons land binnen. De wapenproductie was nog maar net op gang gekomen en Den Hollander wilde van samenwerking met de Duitsers niets weten en vroeg ontslag. Ook wilde hij delen van het bedrijf opblazen, maar dit werd hem door het Nederlandse gezag ten strengste verboden. Onder zware druk van de secretarissen generaal, de minister in Den Haag en het personeel van de Artillerie Inrichtingen besloot hij uiteindelijk om te blijven. Hij dacht er niet aan om voor de Duitsers te blijven produceren. Hij besloot om over te schakelen op civiele productie en een aanzienlijk deel van zijn personeel (al dan niet betaald) te laten afvloeien. Veel wapentuig werd er niet meer geproduceerd. En wat er werd gemaakt functioneerde van slecht tot helemaal niet. Op aandrang van de bezetter die hevig geïrriteerd was door zijn optreden, werd Den Hollander uiteindelijk in 1943 met wachtgeld de laan uit gestuurd.

In het tijdschrift ,,Nederlandsch Fabricaat” verscheen  in 1940 een verslag van een gesprek met ir. F.Q. den Hollander, de directeur voorzitter van het Staatsbedrijf der Artillerie Inrichtingen. Het ging er over hoe het bedrijf zich aan de nieuwe omstandigheden onder de bezetter had aangepast.

Ir F.Q. Den Hollander (c)Anefoto

Ir F.Q. den Hollander:

Op 15 mei na de capitulatie zaten wij met onze grootte fabriekscomplexen en 6430 mensen plotsklaps zonder werk. Alle opdrachten kwamen te vervallen en wij waren plotseling zonder, maar dan ook helemaal zonder werk. Het duurde enige weken voordat onze positie ten opzichte van onder andere de bezetter en de autoriteiten, bepaald was. En pas toen kon er een helder begrip over de reorganisatie waar we nu mee bezig zijn ontstaan.

Hoe wilt u het bedrijf aan de gang houden?

Door de overgang op vredesproducten, producten , waarvoor vrijwel dezelfde vakbekwaamheid en uitrusting nodig zijn als die waar wij over beschikken. Juist op dit terrein, onze specialiteit, zijn er heel veel producten die in Nederland nog niet worden gemaakt. Wij zijn ingesteld op metaalbewerking die een hoge nauwkeurigheidsgraad vereist en aan dat soort werk willen wij ons houden. Mede om te voorkomen dat de deskundigheid van onze arbeiders achteruit loopt. In de eerste plaats omvat het ontworpen productieprogramma lichte gereedschappen en werktuigen. Wij denken verder vooral aan span, snij en meetgereedschappen.

Bent u van plan om naast deze gereedschappen en werktuigen ook nog andere artikelen te maken?

Ja er staan ook nog andere artikelen, die niet in Nederland vervaardigd worden op ons lijstje. Bijvoorbeeld onderdelen voor lichte transportmiddelen zoals onder andere transportkettingen en rijwielonderdelen en misschien besluiten we in de toekomst ook wel tot het maken van auto onderdelen. Er is een voortdurende vraag naar reserveonderdelen en dat is allemaal massa maar ook vooral precisiewerk.  Misschien blijkt dit werk van voorbijgaande aard als we door gewijzigde omstandigheden voor sommige artikelen de concurrentie met het buitenland niet meer zinvol kunnen volhouden. Dat neemt echter niet weg dat wij van mening zijn dat onze fabrieken nu zo veel mogelijk op de bestaande behoeften moeten instellen.

Maar met de genoemde maatregelen kunnen wij ons doel niet voldoende bereiken en zouden wij toch nog veel van de beste arbeiders moeten ontslaan. Daarom hebben wij ook nog het idee opgevat om werktuigen en gereedschappen voor de land en tuinbouw (voor zover dat in ons land niet gemaakt wordt) in onze plannen op te nemen. Men moet hierbij denken aan ploegen, zaaimachines, kunstmeststrooiers enz. Deze plannen staan reeds op de tekentafels en er worden prototypes ontworpen. Dit laatste is erg belangrijk want er komt op dit gebied nog ontzaglijk veel uit het buitenland. Maar als Nederlands bedrijf kunnen wij ons in sterkere mate dan het buitenland instellen op de behoeftes van onze tuinbouw.

Maar we zijn er nog niet, tot nu toe sprak ik over het aandeel van onze bedrijven aan de Hembrug, maar er is ook nog ons complex van werkplaatsen te Delft. Daarvoor hebben wij twee speciale productiegroepen bedacht. De eerste betreft messing artikelen. We zijn in staat, en dat gebeurd door niemand anders in Nederland, messing in staaf, profiel en buisvorm te leveren in verschillende alliages (legeringen) al naar gelang de gewenste eigenschappen. De tweede groep betreft het instellen op vredeswerk van de optische en instrumentenafdeling. Ook dit weer op een wijze dat de andere Nederlandse industrieën niet in hun belangen worden geschaad. 

Maar daarbij blijven wij niet stilstaan. Wij hebben altijd al een grootte vakopleiding gehad en die wordt nu verdrievoudigd. De bedoeling daarvan is het aantal vakbekwame, op precisiewerk gespecialiseerde arbeiders in ons land op te voeren om in toenemende mate de industrie te kunnen helpen aan bekwame op onze school opgeleide vaklieden. 

En wanneer begint u nu met het nieuwe werk?

 O, wij zijn al druk aan de gang met allerlei vredeswerk. Enkele artikelen komen binnenkort al op de markt. Ook exporteren wij reeds naar Duitschland. Het bedrijf zal n.l. ook voor de buitenlandsche markt werken. 

Nu de Artillerie-Inrichtingen zoo geheel gaat reorganiseren, kan zij nu op den duur ook een staatsbedrijf blijven? En blijft de naam dan ook ongewijzigd?

Dat zijn vragen waarop zeker een antwoord moet worden gevonden, besloot Ir. den Hollander. Het is echter moeilijk daarover nu al definitieve mededelingen te doen. Ik wil er alleen op wijzen, dat ook de Steenkolenmijnen een staatsbedrijf zijn. En wat de naam betreft, hopen wij de letters A. I. ook in de toekomst te behouden. ©PDKAIH2017

2 thoughts on “F.Q. DEN HOLLANDER TIJDENS DE BEZETTING VAN DE AI 1940.

  1. Is er een overzicht van personeel dat door Den Hollander (betaald) is afgevloeid?
    Volgens mij behoorde mijn grootvader J.W.C. Kousbroek, hoofd meetkamer, daartoe.

    Ik hoor graag van u.

    Met vriendelijke groet,
    Ronald Kousbroek

    Like

    • Hr. Kousbroek, Bedankt voor uw reactie. Over het bestaan van een dergelijk overzicht is mij niets bekend. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat het niet zou kunnen bestaan. Met vriendelijke groet, Peter D. Kruit

      Like

Plaats een reactie