HET VERZET EN DE SPRINGLADINGEN IN DE HEMBRUG.

 

HET VERZET EN DE SPRINGLADINGEN IN DE HEMBRUG.

In september 1944 beseffen de Duitsers dat ze de oorlog niet meer kunnen winnen en langzaam dringt het ook door dat het einde nu echt met rasse schreden naderbij komt. Hun woede doet ze besluiten om alles wat er nog overeind staat maar te gaan vernielen. Ook de Hembrug, de grootste draaibrug van Europa moet er aan geloven. De middenpijler van het imposante draaideel van de brug was reeds volgestopt met 1500 kilo springstof. Het plan is om, dat als de geallieerden naderen, de brug deels word opengedraaid en dan wordt opgeblazen het kanaal zou dan geheel versperd zijn en ook de spoorlijn kon niet meer gebruikt worden. Het was niet de enige actie want later werden behalve vele steigers, kranen en bedrijven langs het kanaal leeggeroofd en vernield en werden er zo’n 500 meter ten westen van de brug een aantal schepen tot zinken gebracht om de vrije doorvaart naar Amsterdam te verhinderen.

 

BOM1

Deel luchtfoto RAF 1945

 

Het verzet dat inmiddels op de hoogte is van het plan besluit de springstof te verwijderen en begin september begeven twee van hun leden, J. v. Heijningen en K. Klinkenberg,  zich in het ijskoude water. Ze weten de middenpijler ongezien te naderen, maar als zij hem door het onder water gelegen pijlergat willen binnen zwemmen ontdekken ze dat de over de bodem van het Noordzeekanaal liggende elektriciteitskabels de doorgang versperren. Ze beginnen aan de gevaarlijke terugtocht en twee en een half uur nadat zij begonnen waren klimmen ze verkleumd op de oever. Dat de actie mislukt was wil niet zeggen dat het verzet zijn plannen opgaf.

 

BOM2

Plaats van de springstof lading en de af te leggen route

 

Er zou een tweede poging worden ondernomen. Ditmaal door Remmert Aten (48) en Jaap Boll (23)beide waren lid van de zwemvereniging “Neptunus” en dus ervaren zwemmers. In het dagblad de “Typhoon” verscheen het volgende verhaal van deze poging:

“Na dagenlange besprekingen, spionage en oefenen in het Zwembad begeven zich in de nacht van 26e op 27e september 1944 vier mannen op weg naar de plaats van de afspraak: de pontwachterswoning in de nabijheid van de Hembrug. Het waren Remmert Aten, Jaap Boll en nog twee verzetslieden, waar Remmert om had gevraagd, Cees Standhardt en Siem van Nugteren. Cees en Siem waren beide voorzien van stenguns om Remmert en Jaap te beschermen in geval van problemen. … Een plan de campagne wordt opgesteld in de woning. De twee mannen die op de kant achter bleven, verscholen zich onder een steigertje aan het Noordzeekanaal met het zicht op de Hembrug, zij zullen veiligheidshalve pas op het laatste moment van hun stenguns gebruik mogen maken. Het wordt middernacht… Buiten is het donker en koud, de zwemmers, Jaap en Remmert, maken zich gereed om te water te gaan, gekleed in zwembroek en donkere trui met lange mouwen.
Om half één is het tijd om te vertrekken. De zwemmers gaan voorzichtig te water, de twee begeleiders op de kant achterlatend. Na ca vijf minuten komt er al leven op de brug, die zwaar wordt bewaakt. Een grote schijnwerper wordt op het water gericht en zoekt de oppervlakte af. “Let op… ontdekt” fluisteren de mannen op de kant elkaar toe. Schor van emotie. Maar dan gaat de lamp uit en wordt alles rustig op de reusachtige brug. Ondertussen zwemmen de twee mannen, langzaam en geluidloos vanaf de steunpijler in de lengte richting van het kanaal naar de hoofdpijler, het laatste stuk zoveel mogelijk onder water zwemmend, bereiken zij de hoofdpijler, zonder gezien te worden. Nu komt het gevaarlijkste en het meest riskante deel van het werk. De wekenlange oefeningen moeten thans in praktijk worden gebracht.
De longen vol lucht…onder water en zo diep mogelijk tastend zoeken naar een opening tussen de stugge elektriciteitskabels. De kabels zijn wat naar buiten gestulpt en moeten uit elkaar worden geduwd. Pas dan kan tussen de kabels door het binnenste van de stalen koker worden bereikt en kunnen de zwemmers weer snel naar de oppervlakte stijgen. In de donkere koker zijn de zwemmers betrekkelijk veilig, want ze zitten als het ware opgesloten. Het waterdichte zaklantaarntje bewees goede diensten. Onvoorbereid zijn ze niet, want op tekeningen is precies aangegeven waar de klimijzers zich bevinden die omhoog naar het mangat voeren. Als apen klauteren de mannen omhoog tot waar de buis zich naar binnen buigt. In die buiging liggen vierhonderd dozen, gevuld met rollen Donarit, een van de gevaarlijkste springstoffen. En hier gaan zij aan het werk. Eén van hen licht de dozen uit de opening en geeft ze behoedzaam aan zijn makker, die ze voorzichtig in het water laat glijden.
Herhaaldelijk klinkt een doffe plons, gevolg door een gespannen stilte.

 

BOM3

De springstof Donarit

 

Zal het stappen van de onzichtbare schildwacht, enkele meters boven hen plotseling ophouden ten teken dat de man aandachtig staat te luisteren ? Maar regelmatig klinkt de stap en opnieuw glijdt een doos in het water. Vierhonderd dozen van elk bijna 4 kilogram, en dus vierhonderd kansen dat de schildwacht iets bemerkt en alarm slaat. Maar iedere doos, die omlaag glijdt, is als een juichkreet “Het lukt! Het lukt! En terwijl de mannen in de pijler hard werken om niet in tijdnood te komen, staan de twee andere nog steeds aan de kant op hun post. Het wordt twee uur, drie uur, vier uur, half vijf. Nog niemand terug….. Zij kijken elkaar goed aan. De dageraad breekt aan. En dan gaan de mannen beseffen: “Die zien we nooit weer terug, bevangen door de kou, verdronken?” Mochten de zwemmers niet terugkomen, dan zal één de wapens meenemen en de ander de kleren, want er mag niets worden achtergelaten. De mensen, die met inzet van hun leven gastvrijheid hebben verleend, mogen niet in gevaar worden gebracht. Intussen is de horizontale tunnel van 6 meter lengte ( middellijn van de pijler is 12 meter), 60 cm breed en 60 cm hoog eindelijk helemaal leeg. De mannen zijn moe en hijgen. Met open monden, want zelfs hun ademhaling zou hen kunnen verraden, en niet alleen hun leven maar van de vele anderen, in gevaar brengen. Ze aanvaarden de terugtocht. Opnieuw de longen vol lucht, het tasten naar de opening tussen de kabels in de diepte, het snelle stijgen en daama de moeilijke opdracht om ongemerkt de wal weer te bereiken. Vier lange uren hebben de mannen gewerkt. Steeds weer de haast ondraaglijke spanning en de teleurstelling, wanneer de eerste dozen springstof blijven drijven en de angst dat de uitgang hierdoor geblokkeerd zou worden. Maar daarnaast de voldoening, wanneer de dozen springstof, van water doortrokken …  Jaap Boll zegt daar zelf over: “Ik drukte met de voet dozen onder water zodat ze naar de bodem van het kanaal verdwenen )”. De nauwelijks te onderdrukken lust, luidkeels te juichen, wanneer het laatste pakje is verdwenen. En ondertussen zaten de twee jongens behoorlijk in hun rats omdat Remmert en Jaap zolang wegbleven. Immers pas na 4 uur verschenen die twee weer uit het water van het Noordzeekanaal. Wanneer de mannen aan de wal komen en door hun vrienden worden opgewacht is aan de martelende onzekerheid een einde gekomen en is er onuitsprekelijke blijdschap. En boven op de brug loopt de schildwacht, heen en terug, zich bewust van zijn taak en onbewust van de moedige daad, die slechts enkele meters onder hem werd verricht.
Jaap Boll verteld nog: “Na afloop werden wij liefderijk opgenomen in het huisje van de pontwachtersfamilie Prinsen. Mevrouw Prinsen had voor een warm bad gezorgd. In een heerlijk teiltje kwamen we weer wat bij “. Want ook dat was nodig. Een van de mannen uit de eerste poging is later opgenomen in het ziekenhuis wegens doorstane ellende en kou. Remmert Aten en Jaap Boll mankeerden gelukkig niets na hun huzarenstukje.”

Het zou echter niet lang duren voordat de Duitsers ontdekten dat de springstof verdwenen was, delen van de verpakking van de explosieven waren boven komen drijven. Er werden opnieuw explosieven in de pijler geplaatst. Remmert is toen alleen voor een tweede maal naar de pijler gezwommen en heeft het huzaren stukje herhaald. Tijdens deze tocht zag hij dat de gehele pijler van een dikke prikkeldraad versperring was voorzien. Het kon haast niet anders of de Duitsers dachten dat het verzet met een bootje was gekomen en via een stalen deksel aan de bovenzijde van de kabelkoker waren binnengekomen.  Deze veronderstelling werd bevestigd toen Jaap later als hoofdrechercheur van de POD (Politieke Opsporingsdienst) de beruchte SDer (Sicherheitsdienst)  Viebahn verhoorde. Of er dan geen bewaking op de brug was geweest werd door Viebahn niet beantwoord. Na de oorlog werd bekend dat de Hembrug en zijn omgeving door 28 Duitsers werd bewaakt en dat 4 van hen wegens plichtsverzaking waren gefusilleerd. Na de oorlog werd Remmert persoonlijk door koningin Juliana onderscheiden met de Bronzen Leeuw. Remmert geboren in 1986 overleed in augustus 1984 te Zaandam.

BOM5

De Bronzen Leeuw

De Bronzen Leeuw

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jaap Boll werd in maart 1952 onderscheiden met het Kruis van Verdienste door koningin Juliana, dit omdat hij het belang van het Koninkrijk had gediend als lid van een illegale organisatie. Deze onderscheiding werd hem op 11 juni 1952 te Laos overhandigd door de Consul J.H.G. Hanson.

BOM6

Kruis van Verdienste

Prinsen, Cees Stanhardt en Siem van Nugteren zijn allen op zeer hoge leeftijd overleden. De Hembrug heeft nog tot 1983 over het Noordzeekanaal gelegen, toen is hij gesloopt en sinds dien vinden de treinen hun weg door de Hemspoortunnel en kunnen de schepen ongehinderd langs varen©PDKAIH2015

Het verhaal van de gezagvoerder van de Hempont de heer Prinsen vindt u hier.

1 thoughts on “HET VERZET EN DE SPRINGLADINGEN IN DE HEMBRUG.

Plaats een reactie