Wetenschappers onderzochten tijdens interbellum bescherming tegen mosterdgas bij Veense Stoomspinnerij en Weverij

VEENENDAAL Hoogstwaarschijnlijk is het het best bewaarde geheim uit de industriële geschiedenis van Veenendaal. Gemeentearchivaris Paul van Lunteren ontdekte dat er bij Veenendaalse Stoomspinnerij en Weverij (VSW) van overheidswege wetenschappelijk onderzoek naar bescherming tegen mosterdgas werd verricht. Hij vertelde daarover tijdens het Broodje Geschiedenis op het gemeentehuis.

Ruim dertig belangstellenden luisterden dinsdag naar gemeentearchivaris Paul van Lunteren. Zijn lezing paste bij het thema Eureka! van de Maand van de Geschiedenis. ,,Bij de uitroep ‘eureka!’ van Archimedes denken we aan innovaties. Het wetenschappelijk onderzoek naar mosterdgas op de VSW-textielfabriek was ook een innovatief proces.”
SDAP-Kamerlid Jan van Zadelhoff schetste in 1934 een apocalyptisch doemscenario met luchtbombardementen en gifgasaanvallen waartegen steden en burgers machteloos waren. ,,Het begin van de jaren dertig kenmerkte zich door de Grote Depressie en de opkomst van Hitler. Van een concrete oorlogsdreiging was nog geen sprake. Maar de vreselijke herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog lagen nog vers in het geheugen.”
Eén van de grootste nachtmerries aan het front was het gebruik van gifgassen: chloorgas, fosgeengas en mosterdgas. ,,In juli 1917 zetten de Duitsers voor het eerst mosterdgas in. Dat doodt niet direct door verstikking, maar veroorzaakt vreselijke en pijnlijke brandblaren, zorgt voor huidirritatie en tast luchtwegen en ogen aan. In de grond kan het venijnige en verraderlijke gas nog maanden actief blijven.”
De vreselijke herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog lagen nog vers in het geheugen

Door de grote angst voor de gevaren van strijdgassen – met name voor mosterdgas – ontstond na de Eerste Wereldoorlog een maatschappelijk debat over het gebruik ervan. ,,Het ene kamp zei: inhumaan, afblijven, geen onderzoek doen. Het andere kamp wilde juist wél nadere studie naar de werking van en bescherming tegen mosterdgas, om beter voorbereid te zijn bij aanvallen. Ook vanwege een eventuele dreiging vanuit andere landen.”
Vanuit laatstgenoemde standpunten stelde het ministerie van Defensie in 1934 de Commissie van Advies nopens Chemische en Aanverwante Verdedigingsvraagstukken in. De leiding hiervan berustte bij de hoogleraar scheikunde Pieter van Romburgh en Aart van der Weduwen, hoofd van de scheikundige afdeling van de Artillerie-Inrichtingen Hembrug. Dat staatsbedrijf produceerde vuurwapens, artillerie en munitie voor het leger.
,,Defensie wilde onderzoeks- en testfaciliteiten voor beschermende kleding. Omdat mosterdgasdeeltjes door kleding heen werken. Johan Pieter Wibaut, hoogleraar organische scheikunde, ontwikkelde in 1935 een tegen mosterdgas beschermend preparaat voor kleding. Na testen in het laboratorium van Hembrug ontstond behoefte aan een grotere testlocatie. Die werd gevonden op twee locaties: de Rijks Rubberdienst in Delft (rubber beschermt enigszins tegen mosterdgas) en bij de VSW in Veenendaal.”

Waarom de VSW als onderdeel van dit landelijk, wetenschappelijk onderzoek? ,,Daar heb ik geen vinger achter kunnen krijgen. Een officiële argumentatie kon ik niet vinden. Het bedrijfsarchief van de VSW is slechts fragmentarisch bewaard gebleven. Vermoedelijk via zakelijke netwerken is het contact tussen de commissie en de fabriek tot stand gekomen.”
Daar komt bij dat de textielfabriek in die tijd in zwaar weer verkeerde. ,,Financieel stond die er niet goed voor. Ook door een grote brand in 1935, toen een deel van de productiecapaciteit verdween. De directie hoopte met het mosterdgasonderzoek nieuwe markten aan te boren. Bij massaproductie van beschermende gifgaskleding zou de VSW namelijk een deel van de winst ontvangen. Daarom stelde men de fabriek gratis ter beschikking aan de onderzoekers.”

Vanaf eind oktober 1935 tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog deden zij in een aparte fabrieksafdeling proeven met het goedje van Wibaut. Daartoe was een machine aangepast voor het impregneren van kleding. Waarschijnlijk zijn de proeven genomen met mosterdgas in kleine doses in reageerbuizen. Beeldmateriaal van de inrichting en de onderzoeken bij de VSW is niet aangetroffen. Het wetenschappelijk team zal hebben samengewerkt met lokale VSW-arbeiders.
,,De eerste resultaten waren redelijk goed en veelbelovend, maar men was nog niet helemaal tevreden. Een professor Van der Veen ontwikkelde een veel effectiever preparaat. Daar gingen de onderzoekers mee verder. Op een tentoonstelling van de Luchtbeschermingsdienst werd een wasbaar geïmpregneerd gaskostuum getoond. Daarmee leek een doorbraak in de onderzoeksfase te zijn ontstaan. Gesprekken werden gevoerd over massaproductie van gaspakken voor de Luchtbeschermingsdienst, het leger en – in derde instantie – voor burgers.”
Een ongeluk met mosterdgas op het Hembrugterrein in 1939 gooide roet in het eten. Een arbeider liep lichamelijke klachten op toen hij een met mosterdgas besmette staaf aanraakte. De Tweede Kamer riep de adviescommissie ter verantwoording. Hoewel oorlog inmiddels bijna voor de deur stond, werden de plannen voor geïmpregneerde kledingproductie in de ijskast gezet. De Duitse inval haalde er definitief een streep door.

Bron: De Rijnpost 05-10-2023, door Marco Diepeveen

ER WAREN WEL ENKELE GOEDE DUITSERS

De stoomponten bij de Hembrug.
Ingelijste glasgravure van de Hembrug ©Frank de Lange

MIJN OPA.

Boven een foto van de Hembrug te Zaandam, De meesten wel bekend en onder een nieuw lijstje wat ik maakte voor een glasgravure van de Hembrug, die gemaakt is door mijn opa.
Een groot deel van zijn werkzame leven werkte mijn opa de Artillerie Inrichtingen te Zaandam. Hij was daar elektromonteur over het gehele terrein. Voor zijn AI carrière was hij al elektromonteur, maar dan door het hele land en altijd in de kost.
Mijn oma was het alleen thuis zijn in Enschede, met twee kinderen beu.
Op een dag kwam mijn opa thuis en oma vertelde dat hij was uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek bij de AI Zaandam. Mijn opa reageerde dat hij helemaal geen sollicitatie brief had geschreven. “Dat klopt “ zei oma, “dat heb ik voor je gedaan”.
Het gezin verhuisde naar de waddenbuurt in Zaandam en mijn opa werkte bij de AI.

BETRAPT TIJDENS HET STELEN.

Het moeten werken voor de Duitsers tijdens de oorlog vond hij maar niets. Na de oorlog was zijn antwoord op de vraag waar hij werkte: “bij de Hembrug”
Maar zo zei hij, er waren wel enkele goede Duitsers. Opa was betrapt op het “stelen” van wat plakken brood op de fabriek.
De Duitse bewaker vroeg hoe dat zat, mijn opa sprak goed Duits door zijn jeugd in Twente. Dus uitgelegd dat hij een gezin met twee kinderen had.
Hij moest staan blijven en het niet wagen om de vluchten. De bewaker liep weg, kwam met een heel brood terug, stopte dat bij mijn opa onder zijn jas en zei dat hij moest opdonderen en snel…. En dat hij hem niet weer moest betrappen.

EINDELIJK TIJD.

Jarenlang heb ik deze gravure bewaard en u eindelijk de tijd genomen om een lijstje te maken om de gravure.
Achter de gravure heb ik een zwarte achtergrond gehouden om hem op de foto duidelijk zichtbaar te maken.

Geschreven door en ©2022 van Frank de Lange.