DE BOUWDIENST VAN DE ARTILLERIE INRICHTINGEN / EUROMETAAL NV

Het begin van de afdeling bouwdienst.

In de vorige eeuw hadden de Artillerie Inrichtingen Hembrug behoefte aan een bouwdienst. Omstreeks 1966 was het zover en werd de afdeling bouwdienst aan het bedrijf toegevoegd. Hij werd gevestigd in het zich aan de westkant van de terrein staande gebouw nr.197. Het mocht dan wel oud zijn, maar het was een mooi gebouw met aan de binnenkant een geweldig zicht op de kunstige dakconstructie. Kortom een gebouw waarin de timmerman zich, hoewel hij het mooie na een poosje niet eens meer zag, prima thuis voelde.

De dakconstructie van het gebouw.

In het begin werd er van de medewerkers veel gevraagd, bijna al het werk was nog echte handenarbeid.De eerste houtbewerkingsmachine die de werkplaats mocht aanschaffen en waar de timmerlieden het mee moesten doen was een afgekeurde elektrische bouwzaag!
Tot de taken van de bouwdienst behoorde niet alleen al het voorkomende timmerwerk, maar ook al het bouw, metsel en schilderwerk enz.
Al deze werkzaamheden werden uitgevoerd door een ploeg van zo’n 20 medewerkers waarvan een flink deel uit Turkije afkomstig was. De grote van een ploeg werd aangepast aan de hoeveelheid gebouwen die destijds in eigen onderhoud aanwezig waren. De grootte van het terrein en het aantal gebouwen in gebruik bij het staatsbedrijf waren veel groter dan die van het latere Eurometaal NV.

Eigen werk.

Na 1973 kwam de “Eurometaal bouwdienst” pas goed uit de verf. Eerst maakte zij onderdeel uit van de Technische Dienst en later werd zij een sectie van de Onderhoudsdienst.
Onder de directe leiding van A.J. Stoop werd in voornamelijk eigen beheer, hoe kan het ook anders, gewerkt aan het functioneel maken van de werkplaats. Dat werk gebeurde steeds in de toen nog regelmatige voorkomende stille uurtjes.
Naast de werkplaats, in de zijbeuken van het gebouw waren een was en kleedlokaal, een magazijn en een schilderswerkplaats. In een afgeschut gedeelte bevond zich het “mothok” met daarin een grote afzuiginstallatie die op alle zaagsel, krullen en stof producerende machines was aangesloten.

Nieuwe machines maken alles mogelijk.

In de loop der jaren werd ook het machinepark uitgebreid, de afgekeurde elektrische bouwzaag werd echt afgekeurd en afgedankt. Er kwam een aantal nieuwe houtbewerkingsmachines. En de werkplaatsvoorman D. Schurink vertelde de redactie van het bedrijfsblad “de Europers” in 1986, dat vanaf dat ogenblik alles mogelijk was.

Het hoofd van de bouwdienst A.J. Stoop (l) neem met de werkplaatsvoorman D. Schurink (r) een klus door.

Wat is alles?

Om met een spreekwoord te beginnen “Van dik hout zaagt men planken”.
Deze bewerking kwam nauwelijks voor in de bouwdienst maar met de daar aanwezige cirkelzaagmachine en de lintzaagmachine konden ze hout overlangs (in de lengterichting) zagen. Wie dat ooit wel eens met de hand heeft gedaan weet dat zwaar werk en moeilijk werk is, maar met beide machines was het een klusje van niks.
Het kwam zelden voor dat gekocht hout op maat was voor reparaties aan de gebouwen en aangezien men hout niet dikker kan maken, koos men er voor om te van te dik hout iets af te halen. Hiervoor gebruikte men de “ van diktebank ”. Dit kon ook met één van beide zaagmachines maar dan kreeg men een ruw zaagoppervlak dat daarna weer geschaafd moest worden. Met de van diktebank kon men het zeer precies, zelfs tot op de millimeter schaven en had men ook gelijk een glad oppervlak.

De loodgieter – metselaar H. Visser in de timmerwerkplaats.

Gezaagd hout is dus altijd ruw en daarom niet geschikt voor werk dat in het zicht zit. Ruw houten raamkozijnen of deursponningen worden nergens op prijs gesteld en deze behoren dus glad en vlak te zijn. Om dat te bereiken beschikte men over een vlakbank en twee schuurmachines.
Er waren nog meer houtbewerkingsmachines waaronder een langgatboormachine waarmee onder andere gaten voor een slot in een houten deur geboord kunnen worden en een freesmachine waarmee men het hout van verschillende profielen kon voorzien.

Timmerman J. Bakker bij de afkortzaagmachine.

Duizendpoten.

De medewerkers van de bouwdienst waren echte duizendpoten. De timmerlieden P. Wijker en J. Bakker kon je overal op het terrein tegenkomen. Ze voerden o.a. reparaties uit aan daken, kozijnen en aan de terreinafscheidingen. Maar hielden zich zo nodig ook bezig met nieuw en verbouw. Een niet onbelangrijk onderdeel van hun werkzaamheden bestond uit het maken van betonnen funderingen voor de vele machines op het bedrijf. Verder werkten erin deze afdeling de loodgieter M. Smit en de loodgieter – metselaar H. Visser.

Loodgieter M. Smit in zijn werkplaats.

Als geheel team namen zij alle voorkomende werkzaamheden zoals o.a. timmeren, metselen, betonnen, loodgieten, dakbedekken en schilderen voor hun rekening. In dit kleine team werd meestal niet gekeken naar het beroep dat een ieder had, maar naar de werkzaamheden die er gedaan moesten worden. Men moest dan ook niet raar opkijken als er op het terrein een timmerman stond te schilderen of met een diamantboor een gat in het beton aan het boren was. Ook kon men de loodgieter aantreffen terwijl hij pallets of munitiekistjes aan het repareren was. Onderling regelden zij het werk en zorgden er voor dat het op tijd af kwam.

Veel werk.

Het 6 man grote team verzorgde het onderhoud van de gebouwen, terreinen, erfafscheidingen, afwatering via de sloten, de riolen, beplanting enz. Zonder dat alle werkzaamheden zijn benoemd is het duidelijk dat er heel veel werk werd verzet. Dat is dan ook de reden dat de variant op het oude “Zaanse” gezegde : “Timmer-lui en metsel-traag die komen niet graag en de loodgieter die luie sodemieter die zie je niet” niet opging voor de medewerkers van de bouwdienst.

©PDKAIH2021

2 thoughts on “DE BOUWDIENST VAN DE ARTILLERIE INRICHTINGEN / EUROMETAAL NV

Plaats een reactie