DE ARTILLERIE INRICHTINGEN VAN 1679 TOT 1925 deel 2 van 11.

DE ARTILLERIE INRICHTINGEN VAN 1679 TOT 1925 DEEL 2 VAN 11.

De oprichting van de Affuitmakerij

In 1679 deed men een poging om hierin meer eenheid te krijgen. Bij de resolutie van 4 augustus en bekend gemaakt op 5 augustus besloten de „Gecommitteerde Raden van de Edel Mogende heren van Staten van Holland en West- Friesland¹ een affuit makerij op te richten. Zestien dagen later werd de order gesteld om onder directie van de commies der Artillerie, Reijer van der Burgh, deze te bouwen binnen de stad Delft bij lands loodsen in de Houttuynen aan de Singels. Uit het bedrag van de aanbesteding (hfl 6800, -) van 22 november 1679 kan worden afgeleid, dat de affuit makerij niet op al te grote voet werd opgezet. De plaats van vestiging droeg al de naam Houttuynen en diende tot stapelplaats van constructiehout.

De houttuynen in Delft

In de Resolutie staat niet waarom de affuitmakerij in Delft werd geplaatst. Maar waarschijnlijk was dat vanwege de daar toen al aanwezige landsmagazijnen.

Dit vereist enige toelichting:

Delft was aan het begin van de 16e eeuw een plaats met vele beroemde ijzergieterijen. Zij hielden zich bezig met het vervaardigen van klokken. Hoewel het bestaan van buskruit al in stukken uit 1248 wordt genoemd werd het in bestaan ervan in de 16e eeuw door Berthold Schwartz in Duitsland “opnieuw” uitgevonden. Het was een goedje dat bliksem en vernieling ter beschikking van de mensheid stelde. Sinds die tijd gingen de klokkengieterijen zich ook bezig houden met het gieten van geschut. Op 23 oktober 1573 werd door Prins Willem van Oranje een resolutie uitgeschreven waarin stond dat te Delft, Lants Tuighuis diende te worden opgericht. Hij gaf deze opdracht aan Jhr. Van Egmond, Mr. Van Wesenbeek en Jhr. Van Duivenvoorde. Zij waren belast met alles wat met het krijgswezen te maken had. En kregen tot opdracht:

“omme zich in ’t bezit te stellen van een bequame plaatse, omme in bewaringe te houden alle het geschut, wapenen, poudre en crijghsmunitie”.

In 1601 besloten de Staten van Holland aan de zuid poort van Delft nog een tweede magazijn op te richten. Dit zou de naam krijgen Magazijn van Holland. Bij dit magazijn werd ook een Constructiewerkplaats gebouwd. Deze werkplaats mocht eigenlijk geen naam hebben want het meeste werk werd uitbesteed aan bazen die het in hun eigen winkels vervaardigden. In de resolutie tot oprichting van het magazijn en de werkplaats stond als rechtvaardiging: Om in eigen behoefte te voorzien.

Om hare quote bij den Raad van State, die selden of nooit genoeg van penningen in voorraad is voorzien, om een stapelmagazijn te kunnen aanleggen in stede van met geld, geheel of ten deele met oorlogstuig te kunnen voldoen. Om bij onverhoopt ongeluk, dat aan andere magazijnen van Holland of van de Generaliteit kon overkomen, altoos een toevlucht in het groote stapelmagazijn te Delft te vinden.

Ook de Generaliteit beschikte in Delft over tal van tuighuizen en militaire inrichtingen. Zo bezat dit machtige college een magazijn van vuur en blanke wapenen op de hoek van de Nieuwstraat, in de kapel van het oude Heiligen Geest / Zusterhuis. Verder was er nog een tweede magazijn voor projectielen, loodgereedschap en bruggenmaterieel, reikend vanaf de Oude Delft tot aan de stadsmuur. Aan de Generaliteit behoorde ook de in 1611 buiten de Schiedamse poort gebouwde houtloodsen en het in 1660 op kanonschots afstand, buiten dezelfde poort gebouwde kruitmagazijn. De keuze voor een affuitmakerij in de Houttuynen te Delft was dus toch niet zo heel vreemd.

Uit de prijs waarvoor de affuit makerij werd aanbesteed, mag worden afgeleid dat de eerste aanleg zeer beperkt was. Het eerste gebouw had een lengte van 16 m, was 12 m breed en bevatte drie werkplaatsen: voor de affuit maker, de wielenmaker en de smid. Laatstgenoemde werkplaats besloeg bijna driekwart van het gehele gebouw. Aan de zuidkant bevonden zich een paar bijgebouwen en bergplaatsen voor brandstoffen en ijzerwerk. Voor het bewaren van het constructiehout, waarvoor het terrein voor de stichting van de affuit makerij bestemd was, waren enige grote houten loodsen aanwezig. Tussen die loodsen vond men stapels projectielen. Waarom deze projectielen juist daar lagen wordt niet vermeld.

Oude stadsplattegrond van Delft. Bij de pijl de Houttuinen waar de affuitmakerij gebouwd moest worden.

¹ De 55 leden van de Staten-Generaal hebben de titel ‘Edel Mogende Heeren’. ©PDKAIH2017

Plaats een reactie